logo

omdat water niet stopt aan de grens

omdat water niet stopt aan de grens

omdat water niet stopt aan de grens

omdat water niet stopt aan de grens

Het project Mageteaux

Het poldergebied is een grensoverschrijdend gebied. Water stroomt er van Frankrijk  naar België en omgekeerd. De regio tussen Nieuwpoort en Duinkerke ligt onder het gemiddelde zeeniveau. Door de lage en vlakke ligging van de gronden verloopt de waterafvoer zeer moeilijk.  De sectoren die het dichtst bij de grens liggen, met name de Binnen- en Buitenmoeren situeren zich in de kustvlakte aan weerszijden van de Frans-Belgische grens en zijn het meest gevoelig voor overstromingen. De Belgische Moeren beslaan een oppervlakte van 1.450 ha. De Franse Moeren omvatten een afwateringsgebied van 2.000 ha. Ze zijn het laagst gelegen gebied van België en Frankrijk en liggen het verst af van de afvoerkanalen naar zee die zich in Nieuwpoort en Duinkerke bevinden. 

Een internationale overeenkomst tussen België en Frankrijk van 1890 regelt de afwatering via grensoverschrijdende kanalen. Deze overeenkomst regelt zowel het navigatiepeil op de kanalen als de principes die moeten worden gerespecteerd bij afvoer van hoogwater. In 1968 werd een bijvoegsel bij de overeenkomst ondertekend na de indeling van de Basse Colme (F) bij de onbevaarbare waterlopen. 

Volgens de internationale overeenkomst moet het water van de Belgische en de Franse Moeren over een afstand van 30 km gravitair afgevoerd worden naar Frankrijk en naar zee geloosd worden in Duinkerke. De afwatering van de Belgische Binnenmoeren gebeurt volledig via bemalingen in het Ringslot en verder via het Canal des Moëres en het Canal des Chats, die ook de Franse Binnenmoeren afwateren. Die afwatering zorgt echter dikwijls voor overstromingen die niet alleen economische schade met zich brengen, maar ook nefast zijn voor de biodiversiteit van het gebied.  De Belgische  en Franse Buitenmoeren worden respectievelijk via de Bergenvaart en de Basse Colme en verder via het Canal de Bergues afgewaterd. 

De oplossing  van het project Mageteaux bestaat erin om in geval van extreem hoge waterstanden een alternatieve afwatering te voorzien onder de vorm van een tijdelijk gedeelde afwatering van het kanaal Nieuwpoort-Duinkerke/Canal de Furnes. Dit betekent dat het water tijdelijk zowel in de richting van België als in de richting van Frankrijk afgewaterd wordt.

 

Hierna vindt u een overzicht van de belangrijke waterlopen en infrastructuur voor het grensoverschrijdend waterbeheer.  Dit overzicht vindt u ook terug in de “Grensoverschrijdende watergids editie 2013-2014, organisatie van het waterbeheer in de grensoverschrijdende regio: bekkens van de IJzer en de Aa”.

AFWATERING NAAR NIEUWPOORT (GANZENPOOT)

Kanaal Nieuwpoort-Duinkerke: het kanaal loost gravitair via de Ganzenpoot naar zee. Het bovenpand (traject Duinkerke-Veurne) zorgt voor de afwatering van het grensoverschrijdend gebied tussen Duinkerke en De Panne-Adinkerke. Te Ghyvelde (F) ontvangt het kanaal het water van vijf pompstations. Verder zorgt het kanaal voor een deel van het grondgebied van de Polder De Moeren. Bij wijze van noodmaatregel kan ook de bovenloop van de Bergenvaart in het geval van dreigende wateroverlast worden afgevoerd (traject Houtem-Veurne).

Pompstation Nieuwpoortsluis: ter hoogte van Veurne is er een pompstation (2x1 m³/sec) om het bovenpand van het kanaal Nieuwpoort-Duinkerke te verpompen naar het onderpand (traject Veurne-Nieuwpoort).

Lokanaal: vormt een verbinding van Veurne met de IJzer. Het kanaal staat in open verbinding met het kanaal Nieuwpoort-Duinkerke en is een belangrijke waterloop voor het waterbeheer van de IJzer zelf. Het Lokanaal wordt ingezet om IJzerwater af te voeren (5-10m³/s), rekening houdende met de afvoer van het kanaal Nieuwpoort-Duinkerke. Ook de Polder Noordwatering Veurne is aangewezen op het Lokanaal voor een deel van zijn grondgebied door middel van een aantal pompstations op het kanaal.

IJzer en Heidebeek: ongeveer een derde van het afstroomgebied van de IJzer ligt in Frankrijk. De Heidebeek is een zijloop die ontspringt ter hoogte van Sint-Silvesterkappel, door Steenvoorde stroomt en tot de monding in de IJzer te Roesbrugge de grens vormt tussen Frankrijk en België.

Poperingevaart - Vleterbeek - Winterbeek: het water van de hoger gelegen gemeenten Boeschepe en Godewaersvelde vloeit af langsheen deze waterlopen richting Poperinge via de Poperingevaart en verder naar de IJzer.

Handzamevaart - Zarrenbeek: staat in voor de afwatering van het gebied ten westen van Torhout-Lichtervelde tot Diksmuide.

Sluizencomplex Ganzenpoot in Nieuwpoort: is het enige lozingspunt naar zee voor praktisch het volledige gebied gelegen tussen Oostende en De Panne.

AFWATERING NAAR DUINKERKE (cfr. bestaande grensoverschrijdende overeenkomst)

In 2012 werd een protocol afgerond voor het beheer van het water in de Duinkerkse sector. De doelstellingen van het protocol waren de volgende:

  • Rekening houden met de nieuwe algemene context van de Duinkerkse sector door het geheel van de watertoevoer, spelers en kunstwerken te integreren, door de werkingsregels te optimaliseren en door rekening te houden met een maximum aan voorspelbare scenario’s.
  • Zorgen voor transparantie en er voor zorgen dat de politieke mandatarissen en de gebruikers de genomen beslissingen beter begrijpen, vooral in perioden van crisis.

De belangrijkste kanalen van het netwerk van Duinkerke zijn de volgende:

  • Canal de la Basse-Colme,
  • Canal de la Haute-Colme,
  • Canal de Bergues,
  • Canal des Moëres,
  • Canal de Jonction,
  • Canal Exutoire,
  • Canal de Bourbourg.

Het merendeel van die kanalen convergeren naar de hoeksteen van het afwateringssysteem: het station van Jonction op de site van 4 écluses. Alhoewel het canal de Furnes verbonden is met dit hydraulisch knooppunt van de Duinkerkse regio, wordt het niet gebruikt voor het hoogwaterbeheer in het Duinkerkse. Aan Franse zijde dient het kanaal vooral als bufferbekken voor de afwatering van regenwater en voor de lozingen van de stations van de Wateringen. Het kanaal vloeit natuurlijk af naar België. 

Het canal de Bergues en het canal de Jonction ontvangen water van:

  • het canal de Bourbourg via de sluis van Jeu de Mail voor een maximum debiet van 5 m³/s,
  • de oude Mardyckvaart,
  • de Langhegracht, gravitair of door pompen (totale capaciteit van 2,5 m³/s),
  • de Houtgracht, gravitair of door pompen (totale capaciteit van 6m³/s),
  • de Basse Colme, gravitair of door pompen (totale capaciteit van 11 m³/s). In dit kanaal wordt water
  • afgevoerd van de 4ème section de Wateringues en van West-Vlaanderen (Bergenvaart: afwatering van het volledige gebied van de Buitenmoeren richting Bergues),
  • de Haute Colme, waar de afvloeiing wordt geregeld door een automatische sluis en de schuiven nrs. 11 en 12 in Bergues. In deze vaart wordt water afgevoerd van de 2ème et 3ème section de Wateringues,
  • het regenwaterzuiveringsnetwerk van de Communauté urbaine de Dunkerque.

Het canal Exutoire ontvangt water van:

  • het canal de Jonction, het canal de Bergues en zijn aftakkingen en dit via de 5 schuiven van het kunstwerk van Jonction. Het canal de Jonction verbindt het systeem met het canal à Grand Gabarit via het canal de Bourbourg en dit via de sluis van Jeu du Mail. De toevoer vanuit het canal de Jonction wordt dus bepaald door de schuifbewegingen van Jeu du Mail.
  • het canal des Moëres via drie grondduikers onder het canal de Furnes. Elk van die duikers is aan het uiteinde voorzien van een schuif en een pompgroep en goed voor een capaciteit van 10,5 m³/s (station van 4 écluses). Het kanaal ontvangt water dat komt van de 4ème section de Wateringues, van de association de dessèchement des Moëres en van West-Vlaanderen (Ringslot : staat in voor de afwatering van de Binnenmoeren via het pompstation 4 écluses).
  • het regenwaterzuiveringsnetwerk van de Communauté urbaine de Dunkerque.

De afvoer naar zee gebeurt ter hoogte van het kunstwerk van Tixier, in Duinkerke:

  • Gravitaire afwatering ter hoogte van de dam die bestaat uit 5 kokers met schuiven,
  • Afwatering door pompen als gravitaire afwatering onmogelijk is (totale capaciteit van 24 m³/s): 
    • Van een zogenaamd “oud” station of Râteau dat zich stroomafwaarts bevindt op de linkeroever. Dat station bestaat uit 4 pompgroepen met elk een capaciteit van 4,5 m³/s en loost water in de oostelijke voorhaven van Duinkerke via een 70 meter lange aquaduct,
    • Van een zogenaamd “nieuw” station dat bestaat uit 2 pompgroepen, elk van een capaciteit van 3 m³/s.
De hydraulische netwerk-grensgateways tussen Duinkerke en Nieuwpoort